"Waarom zit gij op deze stoel en ik niet ?"
Bert is lange tijd verkoper geweest bij “Insomnia” (fictieve naam voor echt bedrijf), een bedrijf dat slaapmiddelen verkoopt. Ondanks de wat tegenvallende resultaten het laatste jaar, genoot hij van de vrijheid, de commerciële contacten, het “op de baan zitten”. Wat er zich in het hoofdkantoor van zijn bedrijf afspeelde was als die jaren minder zijn zorg. Enkele maanden geleden heeft de CEO echter rechtstreeks aan Bert gevraagd om niet langer “extern” te werken, maar “intern” de verantwoordelijkheid voor de back office op zich te nemen: het ondersteunende team voor de verkopers, dat telefonische prospectie en administratieve ondersteuning verzorgt.
Bert is lange tijd verkoper geweest bij “Insomnia” (fictieve naam voor echt bedrijf), een bedrijf dat slaapmiddelen verkoopt. Ondanks de wat tegenvallende resultaten het laatste jaar, genoot hij van de vrijheid, de commerciële contacten, het “op de baan zitten”. Wat er zich in het hoofdkantoor van zijn bedrijf afspeelde was als die jaren minder zijn zorg. Enkele maanden geleden heeft de CEO echter rechtstreeks aan Bert gevraagd om niet langer “extern” te werken, maar “intern” de verantwoordelijkheid voor de back office op zich te nemen: het ondersteunende team voor de verkopers, dat telefonische prospectie en administratieve ondersteuning verzorgt.
Bert aanvaardt en begint er enthousiast aan. Al snel merkt hij echter dat hij in een verre van eenvoudige omgeving terechtgekomen is: een tweetal medewerkers heeft vaak rechtstreekse contacten met Bert’s nieuwe baas, en schijnt daar nogal wat “macht” uit te putten. Niet alleen “domineren” zij daardoor de hele dienst, maar ze lijken Bert ook vaak te “passeren”. Nog een paar anderen vindt dat Bert te hard van stapel loopt en teveel “olifant in de porseleinkast” is. Bert heeft de grootste moeite om aanvaard te worden en het lijkt er meer en meer op dat hij het vijfde wiel aan de wagen van zijn eigen dienst aan het worden is. Alles gaat gewoon door, met of zonder hem.
Daar komt nog bij dat er een gerucht circuleert over zijn tegenvallende commerciële resultaten van het laatste jaar, die aan de basis zouden gelegen hebben van zijn “promotie”. Eén medewerker heeft hem daarop overigens prompt aangesproken: “Ik begrijp niet waarom gij in deze stoel zit en niet ik. Deze job was aan mij beloofd, en nu blijkt dat ze deze job nog liever aan een incompetente verkoper geven dan aan mij, gewoon omdat je voorlopig nog even ‘wit’ staat met de CEO !”
Stilaan wordt Bert zich bewust van het “mijnenveld” aan verborgen krachten en agenda’s waarin hij terechtgekomen is: niets lijkt “zomaar” te gebeuren en achterdocht wordt meester over Bert. Hij begint zich langzamerhand “verloren” te voelen: dit is nieuw voor hem, dit is een “spel” dat hij niet kent…
Wat moet Bert doen ? Kan hij leren hoe met dit alles om te gaan ? Ja, dat kan ! Het vereist evenwel drie zaken:
1) De intellectuele eerlijkheid om toe te geven dat er zoiets bestaat als politieke spelletjes in organisaties. En dat is niet altijd evident: het zit nogal in de taboesfeer…
2) Zodra dat euvel achter de rug is, bestaan er trainings en coachings die je leren hoe om te gaan met politiek “gedoe” om je heen.
3) Een dosis “assertiviteit” is ook steeds mooi mee genomen.
Dus, mocht je jezelf of je organisatie hierin (h)erkennen… wacht niet tot het te laat is… Aan de slag !
Karl Van Hoey