In uw bedrijf wordt gekonkeld ! (17/10/06)

In uw bedrijf wordt gekonkelfoesd (Karl Van Hoey geïnterviewd door Hendrik Mertens - HRMagazine juli 2006)
Kliekjes, verborgen agenda’s. Iedereen is er al mee geconfronteerd. “Politieke” spelletjes op het werk zijn een realiteit. We kunnen dus maar beter leren er mee om te gaan, zegt consultant Karl Van Hoey.

Ook bij ons is kantoorpolitiek op het radarscherm van de HR-professie verschenen. Voor de Vereniging voor Organisatie-, Consumenten- en Arbeidspsychologen (Vocap) sprak prof. Dirk Buyens van het Vlerick HRM Centre vorig jaar over “Het managen van de dominante coalitie: de politieke dimensie in de organisatie”. Eerder dit jaar organiseerden VOKA en HR@Work een bedrijfstheater over het spel om de macht. Binnen de organisaties, evenwel, wordt volgens Karl Van Hoey het onderwerp zelden aangekaart. “Het is taboe.”
Intussen komen er wel degelijk signalen van onbehagen vanop de werkvloer. In mei 2006 publiceerde het onderzoeksinstituut ZebraZone de resultaten van een peiling over “Loopbanen in België. Wat denken werknemers over hun carrière?”. Eén van de voorgelegde stellingen luidde: “Promoties zijn in mijn bedrijf gebaseerd op bekwaamheden.” Eén werknemer op twee is het daar niet mee eens. 20 procent van de 1677 respondenten gaat zelfs “helemaal” niet akkoord. Eén werknemer op vijf is er dus rotsvast van overtuigd dat het carrièrespel niet eerlijk wordt gespeeld en een pak anderen hebben twijfels. Aan het andere eind van de schaal is amper één op tien “helemaal” van oordeel dat in zijn organisatie de bevorderingen steunen op competentie.
Al vroeg in zijn carrière in de financiën en de consumentenproducten geraakte jurist Karl Van Hoey geïntrigeerd door het gedrag van de ‘ratten’ die hij om zich heen zag – mensen die hun eigen agenda volgden, desnoods tegen de belangen van het bedrijf in, en die daarbij niet te beroerd waren om slinkse methoden te gebruiken. Na zeven jaar als HR-manager werd hij consultant voor opleidingsinstituut High Performance People. Het onderwerp liet hem niet los en recent hield hij er een Hipepe-training over.
HRMagazine mocht het eerste uur bijwonen, en dit zijn enkele getuigenissen die de deelnemers op tafel gooiden:
· “Plots stond ik op straat. Ik had niets zien aankomen. Ik dacht dat ik goed bezig was.” (Ex-werknemer van een groot reclamebureau)
· “Lijnmanagers trachten mij over medewerkers een mening op te dringen nog vooraleer ik die mensen zelf heb leren kennen. Zij proberen mij door hun bril te doen kijken. Hoe kan ik gehoord worden zonder dat ik mijn authenticiteit verlies? Hoe kan ik mijn rol opnemen in de besluitvorming, zonder dat ik zelf een ‘rat’ hoef te worden?” (HR-verantwoordelijke in een grote KMO)
· “Er is me vijf maanden geleden een promotie beloofd. Maar er gebeurt niets en ik verneem ook niet waarom dat zo is. Wilden ze me zoet houden? Is er iets gaande boven mijn hoofd?” (Financiële specialist in een multinational)
· “Ik heb een collega die mij telkens opnieuw laat wachten op gegevens die ik nodig heb om mijn werk te doen. Ze krijgt àlles gedaan van onze baas, eigenlijk heeft zij macht over hem. Zij heeft een kliek gevormd waar ik niet bij hoor.” (Personeelsverantwoordelijke in een logistiek bedrijf)
· “Mijn ondergeschikten spannen samen met externe stakeholders, met wie zij politieke affiniteiten hebben, om een parallelle planning te realiseren. De uitdaging voor mij is de neuzen in dezelfde richting te krijgen.” (Projectcoördinator in de culturele sfeer)
· “Formeel is alles in orde. We vergaderen en onze stappenplannen staan op papier. Maar tegelijk bedisselen lijn- en afdelingsmanagers ook allerlei zaken informeel in de wandelgangen.” (Projectmanager in een grote industriële onderneming)
Grijze zone
Kortom: verborgen agenda’s, beïnvloeding, een informele parallelle machtsstructuur, persoonlijke pesterijtjes. Klassieke vormen van politieke spelletjes binnen bedrijfsmuren. Wie is daar verantwoordelijk voor?
Karl Van Hoey: “Je hebt twee soorten ratten. Je hebt de onderkruipers die – bijvoorbeeld - de baas naar de mond praten om goed te staan. Dit type is niet gevaarlijk, je haalt ze er zo uit. De tweede soort is anders. Dit zijn de mensen die strategisch bezig zijn met hun eigen agenda. Vaak zijn ze vriendelijk en charmant, maar achter de schermen durven ze genadeloos manipuleren. Ze opereren discreet en laten geen sporen na: liever een woordje onder vier ogen dan een e-mail. Een echte rat voelt ook aan wanneer hij op een mislukking afstevent. Hij zal uit eigen beweging weggaan om zichzelf een vernedering te besparen. Om elders zijn spel te gaan spelen, natuurlijk.”
Over de frequentie en de intensiteit van politiek gedrag in het Belgische bedrijfsleven is Van Hoey geen wetenschappelijke studie bekend, en ook de gevolgen zijn blijkbaar nog niet in kaart gebracht. “Uit ervaring en observatie kan ik wel zeggen dat politieke spelletjes in sommige organisaties vaker voorkomen dan in andere. Dat de kosten oplopen, lijkt me evident. Een rat laat zijn eigen belangen voorgaan op die van de organisatie.”
Van Hoey citeert voorbeelden van manipulatie en beïnvloeding. Iemand om slinkse redenen wegpromoveren naar een ver buitenland. Misbruik maken van iemands blinde enthousiasme om hem op te zadelen met de slechtste dossiers. Iemand een bedrijfs-gsm toestoppen hoewel hij er geen recht op heeft (“neem maar, ik had er nog eentje liggen”), om hem in te lijven in jouw kliekje. Een nieuwkomer “in vertrouwen nemen” om hem te “waarschuwen” tegen deze of gene collega.
Het zijn zaken die niet door de beugel kunnen, maar anderzijds waarschuwt Van Hoey voor eendimensioneel denken. “Wat op het eerste gezicht niet erg correct lijkt, kan soms een goed bedrijfsdoel dienen. Denk aan een HR-manager die in lastige onderhandelingen zit met de vakbonden. Hij weet dat de kans op succes groter is indien hij zich in een paar individuele dossiers wat soepeler opstelt. Ethisch ligt dat moeilijk. Maar ethiek speelt zich af in het hoofd van individuen, een bedrijf trekt zich daar niets van aan. ‘Politiek’ gedrag is niet altijd eenduidig goed of slecht, er is ook een grijze zone.”
Is kantoorpolitiek dan soms ook goed?
Toch wel, benadrukt Karl Van Hoey. ‘Politiek’ gedrag is des mensen. Het is goed de informele machtsstructuren te doorzien en van die kennis gebruik te maken om geoorloofde doelen te bereiken. “In het belang van je eigen rol in de organisatie en je eigen toekomst is het zelfs nodig dat je binnengeraakt in de dominante coalitie – de kliek die het voor het zeggen heeft.” Stelt men zich dan niet bloot aan gevaren? Van Hoey: “Het is mogelijk om te gaan met kantoorpolitiek zonder er het slachtoffer van te worden. Stel dat een functieclassificatie in de maak is. Je merkt dat er gemanipuleerd wordt om deze of gene toch maar een bedrijfswagen te kunnen geven, terwijl jij uit de boot valt. Je kan de jobadvertenties lezen en met een contractvoorstel al op zak hard bij je baas op tafel kloppen om ook een Audi A4 te eisen. Of je kan zwijgen en lijdzaam betere tijden afwachten. Beter is een gesprek aan te gaan, en duidelijk te maken dat de gang van zaken jouw motivatie ondermijnt, zo sluit je jezelf niet buiten. Je moet leren op een actieve manier op de politieke spelletjes te reageren. Dat is wat ik mijn cursisten wil bijbrengen. Ik hoop ook dat mijn training zal bijdragen tot een bewustwording over het onderwerp, want nogmaals, het hangt nog helemaal in een taboesfeer.”
Normale sociale vaardigheid.
In de Angelsaksische wereld is de studie van politiek gedrag binnen organisaties al geruime tijd bezig. Google op “politics at work” en voor die ene zoekzin krijg je 47.000 verwijzingen; “organizational politics” levert 152.000 zoekresultaten op en “office politics” meer dan een miljoen. In de meest aangeklikte studies is de teneur als volgt: het is zinloos te ontkennen dat het fenomeen bestaat; het is mogelijk inzicht te verwerven in de mechanismen; het is mogelijk en aangeraden deze mechanismen zelf op een ethische manier te leren toepassen; wie dat doet, helpt zichzelf en zijn bedrijf vooruit.
Deze visie komt bijvoorbeeld aan de oppervlakte in aanbevelingen aan het adres van architecten – een indicatie dat de kwestie ook relevant is voor externe dienstverleners. Vrij vertaald schrijven Ruth Malan en Dana Bredemeyer: “Inzicht in ‘politieke’ verhoudingen binnen het opdrachtgevende bedrijf is een essentiële voorwaarde om als architect succesvol te kunnen zijn. Detecteer de ‘organisatie achter de organisatie’ om te weten waar de echte macht ligt, en om de juiste personen voor je project te winnen.”
Bij onze Noorderburen wordt omgaan met kantoorpolitiek beschouwd als een normale sociale vaardigheid voor wie efficiënt wil functioneren. Een voorbeeld: het opleidingsinstituut Leren.nl biedt drie cursussen in kantoorpolitiek aan, op gelijke voet met topics zoals time management, assertiviteit en vergaderen. Dit instituut hanteert de volgende definitie: “Kantoorpolitiek is de kunst van het beïnvloeden en manipuleren van de gang van zaken in een organisatie, via informele lijnen van macht en invloed, gericht op bepaalde doelen.”
Dat het fenomeen duistere kanten heeft, werd in Nederland scherp belicht door Joep M. Schrijvers. In 2002 verscheen van zijn hand bij uitgever Scriptum het boek “Hoe word ik een rat? De kunst van het konkelen en samenzweren”. Schrijvers is een bedrijfsadviseur met een belangstelling voor kwaadaardig en slinks gedrag. Hij schetst het intrigeren, manipuleren, konkelen en desnoods koeioneren om goed te staan bij de baas of om collega's de duvel aan te doen. Volgens Schrijvers zijn binnen elke organisatie ‘ratten’ te vinden. Hij raadt aan daarmee rekening te houden en te leren hoe men de slinkse streken kan doorzien. Zijn boek is inmiddels in behoorlijk wat talen vertaald.
Naar aanleiding van die bestseller hield Ethicon, een organisatie die afhangt van de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit Rotterdam, een onderzoek bij de Nederlandse beroepsbevolking. De meest voorkomende rattenstreken zijn roddelen, liegen, front kiezen, lobbyen en meer laten vertellen dan lief is. De minst acceptabele rattenstreken zijn volgens de Nederlandse werknemers iemand anders laten opdraaien, vernederen, kwetsen, omkopen en profiteren van zwakheden. De meest voorkomende gevolgen van rattengedrag: intern wantrouwen, minder goede werksfeer, minder hoge prestaties, eerder en vaker ziekmelden, hoger personeelsverloop. De meest voorkomende oorzaken van rattengedrag: verkeerd voorbeeldgedrag, verschil in behandeling, onderlinge jaloersheid.